Het project Taalrijk Kansrijk
Hoe kunnen we zoveel mogelijk ouders stimuleren om taalrijk met hun kleuters te communiceren? Kunnen we dit ook duurzaam aanwakkeren vanuit het kleuteronderwijs? Over die vragen buigt het project Taalrijk Kansrijk zich. In dit praktijkonderzoek van PXL Onderwijsinnovatie werken onderzoekers samen met kleuterscholen en ouders om wetenschappelijk onderzoek te vertalen naar een concrete en haalbare aanpak, verankerd in een schoolvisie omtrent taalverrijking.
Het Vlaamse onderwijs kampt met een grote kansenongelijkheid. Een schoolkenmerk dat wél een uitgesproken positieve invloed heeft op het leren van alle kleuters- ook de meest kwetsbare - is het academisch optimisme (Hoy, 2012). Academisch optimistische scholen en leerkrachten zijn doelgericht bezig met leren, vanuit de overtuiging dat leerkrachten in staat zijn om een positieve impact te hebben. Ze hebben een groot vertrouwen in de kleuters én hun ouders en stellen van daaruit hoge verwachtingen. Sociaal - economische achtergrond, taalproblemen en culturele verschillen tussen leerlingen zijn voor academisch optimistische scholen geen verklaring voor moeilijk leren, maar een uitdaging om samen uit te zoeken naar hoe er toch geleerd kan worden.
Het Vlaamse onderwijs kampt met een grote kansenongelijkheid. Een schoolkenmerk dat wél een uitgesproken positieve invloed heeft op het leren van alle kleuters- ook de meest kwetsbare - is het academisch optimisme (Hoy, 2012). Academisch optimistische scholen en leerkrachten zijn doelgericht bezig met leren, vanuit de overtuiging dat leerkrachten in staat zijn om een positieve impact te hebben. Ze hebben een groot vertrouwen in de kleuters én hun ouders en stellen van daaruit hoge verwachtingen. Sociaal - economische achtergrond, taalproblemen en culturele verschillen tussen leerlingen zijn voor academisch optimistische scholen geen verklaring voor moeilijk leren, maar een uitdaging om samen uit te zoeken naar hoe er toch geleerd kan worden.
Hoe vertaalt academisch optimisme zich dan in een concrete aanpak voor taalrijk handelen vanuit de kleuterklas? Het project Taalrijk Kansrijk weeft het vertrouwen tussen school, leerkracht, kleuters en hun ouders als een rode draad doorheen de kleuterjaren. Taalrijke kansen bouwen we in een drietrap op: van MEER - talig voorlezen samen met ouders, over MEER - talig vertellen met een brugje naar huis tot MEER - talig praten tijdens alledaagse taalkansen in de klas én thuis. We accentueren de letters ‘MEER’ in het woord MEER - talig bewust omdat we gaan voor meer taal en kwaliteitsvolle interacties voor alle kinderen.
Onze doordachte aanpak in drietrap kan door de individuele kleuterleerkracht uitgevoerd worden. Sterker wordt het als de school als organisatie kiest voor de aanpak en de academisch optimistische kijk opneemt in zijn visie. Gedurende het project nodigen we daarom directies, coördinatoren en zorgleerkrachten mee uit om samen te groeien naar een mindset van academisch optimisme inzake MEER - talig handelen in de kleuterklas. We leren en denken samen na over de implementatie van het project Taalrijk-Kansrijk in hun school. Dit met oog voor eventuele hindernissen maar evenzeer met geloof in aanwezige kansen.
Tot slot merken we dat het academisch optimisme van scholen en leerkrachten doorheen het project groeit. We lieten heel diverse scholen participeren aan het project. Sommige scholen waren, vaak omwille van een erg multiculturele populatie, al jaren bezig met het stimuleren van een taalrijk milieu in de klas en thuis. Voor andere scholen was dit ongekend terrein. We zagen scholen die aanvankelijk twijfelden aan de noodzaak van en de mogelijkheid om te werken aan meer taligheid samen met ouders doorheen het project groeien. De kleuterleerkrachten begonnen aarzelend met het meer – talig voorlezen en keerden enthousiast en overtuigd terug. Dit maakt dat wij – vanuit ons eigen academisch optimisme – erg overtuigd zijn van de grote MEER - waarde van een structureel talenbeleid in de basisschool met daarbij expliciete aandacht voor MEER -taligheid en warm partnerschap met ouders.
Tot slot merken we dat het academisch optimisme van scholen en leerkrachten doorheen het project groeit. We lieten heel diverse scholen participeren aan het project. Sommige scholen waren, vaak omwille van een erg multiculturele populatie, al jaren bezig met het stimuleren van een taalrijk milieu in de klas en thuis. Voor andere scholen was dit ongekend terrein. We zagen scholen die aanvankelijk twijfelden aan de noodzaak van en de mogelijkheid om te werken aan meer taligheid samen met ouders doorheen het project groeien. De kleuterleerkrachten begonnen aarzelend met het meer – talig voorlezen en keerden enthousiast en overtuigd terug. Dit maakt dat wij – vanuit ons eigen academisch optimisme – erg overtuigd zijn van de grote MEER - waarde van een structureel talenbeleid in de basisschool met daarbij expliciete aandacht voor MEER -taligheid en warm partnerschap met ouders.